Zitten zat!

Het is acht uur ‘s morgens als ik mijn laptop openklap. Er zijn gisteravond redelijk wat mails binnengekomen die om antwoord vragen. Ik ga aan de slag en voor ik het weet is het tijd voor mijn eerste overleg van die dag. Precies op tijd klik ik de teams omgeving open. Achter mijn rug hoor ik een van onze jongens voorzichtig de kamerdeur openen. Hij wil absoluut niet in beeld. Vrij lastig want het bureau waar ik meestal aan werk, staat in de woonkamer. Van het eerste overleg schakel ik met een paar toets-combinaties over naar het volgende. Ik word steeds handiger in dit omschakelen. Dit overleg is met meerdere mensen en de chat gaat los. In teams op mijn pc kan ik niet makkelijk schakelen naar deze chat. Daarom heb ik teams ook op mijn telefoon gezet. Ik doe een poging om en het gesprek in de bijeenkomst te horen en tegelijk de chat te laten voorlezen door mijn telefoon. Omdat ik maar een paar oren heb, is dat vrij kansloos en hoor ik beide half. Als het overleg klaar is, loop ik naar de keuken voor een kop koffie. Terwijl ik sta te wachten tot de koffie klaar is, gaat mijn telefoon. Dan is het alweer tijd voor het volgende teams-overleg en ik ga achter mijn scherm zitten. Als ik rond lunchtijd overeind kom, ben ik zo stijf als een plank. Draaiend met heupen en benen, eet ik staand aan het aanrecht snel een boterham. Eigenlijk wil ik even naar buiten, maar de tijd is te kort. Ik ga verder, mail, schrijf, lees en overleg tot het moment waarop mijn lijf zo zeer doet dat ik niet meer stil kan zitten. Ik ga middenin de kamer op de grond liggen en trek mijn knieën op, terwijl ik rondjes draai op mijn onderrug. Net op dat moment komt een van onze jongens terug van school. De achterdeur zwaait open. “Hé mam, wat lig jij daar nou te doen?” klinkt het verrast. Met moeite kom ik overeind en rek me uit. Na nog een paar rek en strek oefeningen ga ik weer aan het werk. De volgende dag zit ik op zolder. Ik heb een paar gesprekken die echt niet verstoord mogen worden en dus hebben mijn man en ik onze werkplekken verruild. Helaas staat mijn bureaustoel nog beneden. Afwisselend gebruik ik een krukje en een gewone stoel. Na ruim een uur in dezlefde houding te hebben gezeten, ren ik een paar keer de trap op en neer om flink te bewegen. Als ik mijn laptop laat op de middag dichtklap kan ik haast niet meer overeind komen. “Ik word oud,” verzucht ik. Tegelijk weet ik zeker dat mijn leeftijd maar een heel klein deel van de verklaring vormt. Ik ben relatief gezien fit en behoorlijk sportief. Helaas is voor mij een wandelvergadering onuitvoerbaar. Ik zie het al voor me. Al kletsend met mijn telefoon en mijn stok in mijn hand, knetter hard tegen een paal op lopen. Ook hier geldt, ik heb maar een paar oren en die heb ik nodig als ik op straat loop. Na een lange werkdag is het al pikdonker en lokt naar buiten gaan niet erg. Bovendien moet er dan gekookt, gegeten en opgeruimd worden. Iets te vaak vind ik mezelf na zo’n lange werkdag zittend op onze bank voor de televisie. Ik ben al dat zitten zat! Maar hoe doorbreek je dat in zo’n thuiswerkkantoor?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

De normaalste zaak van de wereld