Puntje, puntje, puntje

“Eén, drie, vijf zes.” Roept mijn zus van een afstandje als onze klassen elkaar toevallig passeren in de gang van onze middelbare school. Onmiddellijk steek ik mijn hand op en zwaai lachend naar haar. Als we later die dag thuis zijn, lachen we samen om onze geheimtaal. Niet alleen mijn ouders en zussen leerden het brailleschrift, ook veel van mijn vrienden zorgden dat ze het onder de knie kregen. Heel wat Sinterklaasgedichten, kerstkaarten en verjaardagswensen krijg ik in deze vorm. Met prikpen en ruitjespapier leven ze zich uit om in spiegelbeeld de tekst te prikken, zodat ik hem kan lezen. Een tijd terug was ik samen met een middelbare schoolvriendin in Den Haag toen zij ineens riep: “Het lijkt wel of er braille op de ramen van dat gebouw staat. Grote ronde stickers vormden inderdaad woorden. We liepen van raam naar raam. Mij is ontgaan bij welk gebouw we zijn. Bij de ingang klonk ineens de stem van de portier: “Hallo dames, de hele tekst hangt vlak naast je in zijn geheel, dat scheelt een hoop voelen.” Hij citeerde: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.” “da’s nou toch jammer,” zei mijn vriendin. “Nu hoeven we niet meer verder te puzzelen, dat was juist zo leuk. We gaan het even checken hoor!” toen we alle ramen hadden gehad, keerden we terug naar de ingang. Opnieuw zoemde de intercom. “en klopt het dames? Trouwens, ik ben om negen uur vrij vanavond.” Wij schoten in de lach. “Dan zitten wij alweer in de trein.” riepen we in koor. Gierend van het lachen verlieten we het Binnenhof. Ik ben een groot fan van braille. Of het nu een briefje met steekwoorden is tijdens het geven van een presentatie, een leesboek of de speelkaarten bij het klaverjassen, een onderonsje met mijn zus of de ontdekking dat de eerste regel van de grondwet op de Eerste kamer staat: ieder puntje heeft zo zijn waarde.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

De normaalste zaak van de wereld