Uitlaatklep

“Je bent nu 42 en al sinds je vijfde blind. Word het dan niet eens tijd om je handicap te accepteren?” Deze vraag sloeg jaren geleden in als een bom. Ik was stomverbaasd en woest tegelijk. Deze mengeling zorgde ervoor dat ik geen woord kon uitbrengen. Omdat ik worstelde met mijn werk- privé balans, een drukke baan en kleine kinderen, had mijn leidinggevende me doorgestuurd naar deze dame van bedrijfsmaatschappelijkwerk. Ik verwachtte wat praktische tips, niet deze aanval op mij. “Accepteren,” stamelde ik na een lange stilte, “Ik heb er mee leren leven.” Aan het gesprek dat volgde, denk ik nog vaak. Treffend gaf ze me terug wat ik haar aan het begin van ons gesprek verteld had. “Jij past je aan, jij loopt een stapje harder, jij organiseert plan B, jij werkt door in het weekend, jij zegt dat er geen probleem is. Kortom, jij doet alles om je te gedragen als iemand die kan zien. Volgens mij weten we één ding zeker, namelijk dat jij niet kan zien met alle consequenties van dien.” Als kind al kreeg ik het met de paplepel ingegoten van mijn ouders en ook op school: Als je je best doet, kan je alles. Kwetsbaar zijn, balen van je beperking, uithuilen omdat iets niet lukte, kwamen niet aan bod. Dit heeft me ver gebracht, maar kwetsbaar mogen zijn, daar deed ik niet aan en er was geen aandacht voor blind mogen zijn. Waar kan je heen, vraag ik me tegenwoordig weleens af, met je zorgen en frustraties als je baalt, vastloopt of er in je eentje even niet uitkomt? Mijn uitlaatklep heet Whatsapp. Ontelbare gesproken berichtjes gaan heen en weer als de rek er even uit is. Met goede vriendinnen deel ik ervaringen en brainstormen we over oplossingen. Nog altijd, pas ik mij aan, loop ik een stap harder of bedenk ik plan B, maar niet meer tegen elke prijs. Er is een grens aan wat ik als blinde kan en dat is okee. Het blijft een wankel evenwicht, dat zeker!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

Commissiedebat