Positieve discriminatie: Een grijs gebied.

Als in een volle trein iemand voor me opstaat, accepteer ik het aanbod en ga met een simpel “dankjewel” zitten. Vroeger ging ik in discussie. “Ik heb niks aan mijn benen hoor, ik blijf wel staan.” In mijn huidige baan voer ik geregeld sollicitatiegesprekken. Het aantal vrouwelijke kandidaten is laag. We willen graag een evenredige verdeling. Moeten we nu vrouwen voorrang geven? Ik vind dit een lastige, een beetje voordeel helpt misschien, maar we zoeken ook gewoon naar de beste kandidaten. Ook ik moet weer solliciteren, door een reorganisatie houdt mijn werk eind augustus op. De Participatiewet is ingevoerd, werkgevers proberen het quotum arbeidsbeperkten te halen. Heel wat werkgevers zijn geïnteresseerd in mij, maar daar stellen zij soms een voorwaarde aan. Ik moet in het Doelgroepregister staan. Een register waarin ik het label “Afstand tot de arbeidsmarkt” krijg. Tot op heden sta ik daar niet in. Ja, ik ben alleen arbeidsbeperkt, als ik geen leeshulpmiddelen kan gebruiken. Nee, ik heb geen afstand tot de arbeidsmarkt, ik maak er al jaren deel van uit. Ja, een opstapje om ergens binnen te komen, helpt. Nee, ik hoef niet meer te bewijzen dat ik het kan. En zo buitelen de gedachten over elkaar heen. “Wat maakt het uit hoe je ergens binnenkomt?” Vragen mensen mij. Het grappige is, het maakt uit, tenminste voor mij wel, maar hoe leg je dat uit? “Ben je te trots?” vroeg iemand anders me. Nee, ik weet echt wel dat ik niet een gemiddelde werknemer ben. Het zit hem in iets anders, iets dat veel dieper gaat. Ik wil graag dat een werkgever mij kiest, omdat ik kwaliteiten heb die passen bij de baan. Niet omdat ik blind ben, ook niet omdat ik vrouw ben en helemaal niet omdat ik het goede vinkje heb in het register. Kortom, helpt positieve discriminatie? Ik ben er nog niet uit.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

De normaalste zaak van de wereld