"Verkoopt u ook kussentjes?"
“Verkoopt u ook kussentjes?” Deze zin spookt door mijn hoofd, terwijl wij ons een weg door de Ikea
banen. Hij komt uit een oude sketch van Herman Finkers waar ik vreselijk om gelachen heb. Mijn
man, jongste zoon en ik zijn vandaag opzoek naar kussentjes voor op onze nieuwe bank. In mijn
hoofd had ik een beeld van allemaal dezelfde effen kussentjes in een fellere kleur op onze bank
gemaakt, in een kleur die terugkomt in gordijnen of andere meubels. Dat kussentjes er zijn in zoveel
soorten, kleuren, patronen en maten, had ik gemist.
Onze zoon gaat helemaal op in het bij elkaar zoeken van verschillende kleuren en patronen,
combineert ze, kijkt van een afstandje of het goed is en haalt overal uit de winkel nieuwe
mogelijkheden tevoorschijn. Mijn man wordt aangestoken door zijn enthousiasme en zoekt vrolijk
mee.
Ik nestel me op een van de banken waar ze de creaties uitproberen en ben de draad van alle opties
en hoe ze eruitzien allang kwijt. Ter afleiding probeer ik me de sketch over de kussentjes verder te
herinneren. Er was iets met de concurrent die veel meer soorten kussentjes verkocht en waar Finkers
de klant naar verwees in plaats van zijn eigen kussentjes te verkopen. Steeds als mijn man en zoon
weer met een mogelijke combinatie bezig zijn, vraag ik: “Verkoopt u ook kussentjes.” Verder verkeer
ik in tweestrijd. Ik geniet enorm van de lol en styling-ideeën van onze jongste, maar vind het ook
pijnlijk dat ik geen idee heb bij wat nu het beste staat in ons huis. Mijn oordeel is slechts
doorslaggevend bij de keuze van de soort stof en vulling.
Inmiddels liggen de kussentjes op de bank en heb ik al honderd keer gevraagd hoe ze er ook weer
uitzien, maar het resultaat beklijft niet in mijn hoofd. Ik zoek dus maar de oude sketch op en lach me
opnieuw een ongeluk om de droge woordgrapjes. Voor mij blijft onze bank met die humor
verbonden, want die beklijft wel.
Reacties
Een reactie posten