Vleermuis-kwaliteiten

Aan het eind van mijn middelbare school nam ik deel aan een selectieweek in Londen. Het ging om de toelating tot een fysiotherapieopleiding voor blinden en slechtzienden. Ik werd op allerlei vlakken getest; één ervan was oriëntatie en mobiliteit. In een ruimte moest ik zonder stok lopen en op gehoor aangeven waar de dichte deur zat, waar een stoel stond en nog een paar van die dingen. Ik kwam er gefrustreerd vandaan. Stoelen horen staan, hoe kwamen ze daar nu bij! Ik werd overigens ook niet aangenomen, maar dat kwam vooral omdat ik geen “Native Speaker” was. Tijdens mijn studie in Maastricht navigeerde ik tussen terrassen door en liep om lantaarnpalen heen nog voordat mijn stok ze raakte. Ik ontdekte dat ik met flink wat concentratie inderdaad veel meer obstakels hoorde dan ik dacht. Als ik op de stoep loop, hoor ik of daar auto’s naast geparkeerd staan, je hoort of een ruimte hoog of laag is en ook hoor je of er iemand in een ruimte is. Die oren van mij gebruik ik dus meer dan ik dacht. In de coronatijd ontdekte ik nog iets geks. Als ik met een mondkapje op liep, was het veel moeilijker me te oriënteren. De eerste keer dat dit gebeurde, foeterde ik mezelf uit. “Let eens op! Dat mondkapje zit alleen voor je mond en neus niet voor je oren.” Toch maakte het verschil als deze lichaamsholtes waren afgedekt. Gelukkig bevestigden lotgenoten mijn ervaring. Vandaag liep ik buiten na een fikse verkoudheid en een deel van mijn holtes zaten nog steeds dicht. Ik miste een zijstraat, voelde me duizelig en raakte met mijn stok elke paal waar ik normaal omheen loop. Kortom, ook hier miste ik wat holtes voor het goede klankbeeld. Het zijn dus niet alleen mijn oren, maar ik vermoed dat ik over een paar vleermuis-kwaliteiten beschik die hopelijk snel weer werken. Dan doet mijn echolocatie het weer echt.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Commissiedebat

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

Kijk eens uit je doppen