Posts

Commissiedebat

Afbeelding
Op mijn laptop staan naast mijn mail verschillende documenten met concept antwoorden en teksten open. Via mijn koptelefoon probeer ik tegelijkertijd dwars door mijn voorleessoftware heen, het Commissiedebat zelf enigszins te volgen. Vlakbij me zitten twee collega’s die mij helpen in vergelijkbare toestand, alleen zij kunnen met hun ogen en oren schakelen tussen de taken en hebben twee schermen tot hun beschikking. Ik een leesregel van 40 tekens en een voorleesstem. In mijn mail komt de eerste vraag binnen en we overleggen wat hier het beste antwoord is. Al overleggend knipt en plakt één van mijn helpende collega’s ons antwoord in het daarvoor bestemde format en stuurt het ter goedkeuring door. Voor we het weten, belanden ook vraag 2, 3 en 4 voor ons in de mailbox. Mijn collega leest voor wat hij van het volgende antwoord heeft gemaakt en we schuiven en verplaatsen nog wat in de tekst. Dan komt het goedgekeurde antwoord op vraag 1 terug en moet ook dat worden verwerkt en verzonden naa

Geven

Afbeelding
Tijdens het avondeten kwam ons gesprek op bloedgroepen: welke ieder van ons had en hoe dat was overgeërfd. Mijn vader was een groot deel van zijn leven bloeddonor en ik dacht er al jaren over ook donor te worden, maar daar was het niet van gekomen. Alsof ons gesprek was afgeluisterd, viel die week een brief van de bloedbank in de bus dat ze nieuwe donoren zochten. Met ons gesprek nog vers in mijn geheugen besloot ik actie te nemen en ging naar de website om me aan te melden. Het was zoeken, maar ik vond de vragenlijst die je moet invullen op basis waarvan het proces verder gaat. Ik las alles door en wist zeker dat ik aan de criteria voldeed om een geschikte donor te zijn. Alleen werkte de vragenlijst niet met mijn software. De selectievakjes om het goede antwoord aan te vinken, werkte niet. Ik probeerde verschillende manieren, maar steeds meldde de website dat ik helaas ongeschikt was als donor. Toevallig hoorde één van mijn kinderen me zuchten en schelden, en vinkte met de muis de

Kijk eens uit je doppen

Afbeelding
Mijn man stapt op zijn fiets om een boodschap te doen. “Hang jij de was op?” vraagt hij. Onze taken in het huishouden zijn gelijk verdeeld. Praktisch is het natuurlijk wel dat hij kan autorijden en met gemak overal heen fietst, hij doet dus dit soort dingen. Ik doe iets meer in huis en kook vaker. Ik haal de was uit de machine en ga naar beneden. Het is mooi weer en daarom hangen we onze was ouderwets buiten. Ik klap het rek uit en loop naar binnen om de knijpers te pakken, die staan niet op hun vaste plek. Mopperend loop ik naar zolder terug om te zien of ze daar nog zijn, maar dat is niet zo. Misschien staan ze dan al buiten? In baantjes loop ik onze tuin door ter hoogte van het wasrek. Hopend dat ik ergens een keer de emmer met knijpers omschop. Systematisch doe ik het nog een keer, omdat ik niet kan geloven dat ze er niet staan. Tegelijkertijd moet ik om mezelf lachen. Stel dat iemand mij zo door onze tuin ziet schuifelen, wat zou die dan denken? Ik pijnig mijn hersenen om te verz

We gaan fietsen

Afbeelding
Als klein jochie had je het er vaak over. Jij ging straks voorop de tandem. Onze eerste ervaring was op Terschelling op een simpelere, lage huurtandem. (zie Ommekeer: https://braille-blog.blogspot.com/2019/09/ommekeer.html) Een jaar later thuis was het handig als jij een stukje voorop fietste, zodat papa jouw fiets even kon gebruiken om met een omweggetje friet te halen. Je vond het spannend, maar deed het wel. Daarna had je het er nooit meer over en wij lieten dat zo. Al tijden was je lang genoeg om met gemak voorop te fietsen, blijkbaar vond je dat nergens voor nodig. Totdat wij samen naar het ziekenhuis moesten voor jouw jaarlijkse controle. Eerder gingen we met de bus (zie Gewoon moeder!: https://braille-blog.blogspot.com/2018/03/gewoon-moeder.html)) naar de kinderarts, nu naar de MDL-arts. De afspraak was vroeg in de morgen. Voor een puber die vakantie heeft wel heel erg vroeg. De bus zou meer tijd kosten. Zo’n kwartiertje extra slaap was je veel waard en je koos zonder een spoo

Heimwee met een zachte G

Afbeelding
Het eindpunt van de trein, het station ruikt naar vers gebakken wafels. Een paar treetjes naar beneden en daar staat een bus waarvan de naam van de wijk waar hij heen gaat meteen een golf van herinneringen oproept. Niet veel later lopen we over de markt, tegenwoordig autovrij en ik voel de kinderkopjes onder mijn voeten. Verderop ratelen autowielen over diezelfde kinderkopjes. De geur, het geluid, het dialect dat ik om me heen hoor, alles brengt me meteen terug naar minstens dertig jaar geleden. Natuurlijk kwam ik regelmatig terug naar mijn studentenstad, maar deze keer is extra speciaal. Ik ben hier met onze jongste zoon, een paar dagen op stap omdat hij zijn eindexamen heeft gehaald. Eigenlijk had ik een exotischer oord in gedachten toen ik vroeg of hij het leuk vond samen een paar dagen weg te gaan om zijn middelbare schooltijd af te ronden. Hij was het die resoluut met dit plan kwam en natuurlijk stemde ik in. “Mam, zullen we naar Maastricht? Ik ga nu naar mijn vervolgopleiding, w

Wie ben ik?

Afbeelding
“Goedemorgen Ellen.” Klinkt een vrolijke stem als ik bij de koffieautomaat sta. Ik speur mijn geheugen af. Welke collega is dit ook weer? “Ik ben nogal verkouden,” lacht ze en dan hoor ik het ineens. Ik ben behoorlijk goed in het herkennen van stemmen, maar er zijn wel een paar voorwaarden aan verbonden. Ten eerste koppel ik stem aan plaats. Kom ik een collega dus buiten het werk tegen dan is de kans groot dat ik het niet weet. Ten tweede moet iemand iets specifieks hebben. Klankkleur, accent, manier van woorden uitspreken. Zijn al deze dingen bij jou niet aanwezig, dan blijf ik je vast vragen hoe je ook weer heet. Ten derde maakt het uit hoe vaak ik je spreek. Hoe frequenter, hoe beter herkenbaar. Als er veel herrie is, kan het maar zo gebeuren dat ik zelfs de stem van mijn kinderen niet direct herken. Wat helpt is vragen stellen, het gesprek geeft meestal informatie waaruit ik kan afleiden wie ik voor me heb. Stemmen blijven veel minder goed in je geheugen dan gezichten dat doen.

Kunst is lijden

Afbeelding
“Kunst is lijden,” dat waren de gevleugelde woorden als we het zwaar hadden met het leren van onze tekst of het instuderen van een lied. Ik zat op een reguliere middelbare school waar jaarlijks een grote musical werd opgevoerd. De eerste twee jaar bewonderde ik vanuit de uitverkochte theaterzaal de voorstellingen die leerlingen op de planken brachten. In de derde trok ik de stoute schoenen aan en deed auditie. Laatst was ik op bezoek bij de docent die deze voorstellingen schreef en regisseerde, en realiseerde me opnieuw welke belangrijke wending dit meedoen in mijn puberteit speelde. Ik was onderdeel van de groep, zong in het koor, danste mee in het ballet en speelde in latere jaren zelfs een rol. Dat ik niet kon zien, maakte niets uit. In het ballet hielden we elkaars handen vast, waardoor het geheel gelijker werd, in mijn rol speelde ik een oude dame, waardoor zitten of aan de arm lopen op het toneel logisch was. Ik was tekst-vast en hielp daardoor anderen, verlegde mijn grenzen,