Blinde vlekken of vooroordelen?
Vroeger was het als je blind was eenvoudig. Je had slechts een paar beroepskeuzes. Je werd telefonist of pianostemmer. Was je wat minder bedeeld qua hersenen dan werd je mandenvlechter. In deze tijd heb je gelukkig meer keuze mogelijkheden. Al vallen er natuurlijk ook genoeg beroepen af. Buschauffeur of oogarts blijven lastig. Hetzelfde geldt voor hobby’s en sport. Tennissen is onuitvoerbaar en ook postzegelsverzamelen gaat het niet worden. Als je naar school ging, was dat naar een blinden instituut. Een groot deel van je leven ontmoette je daardoor vooral blinde mensen, waardoor de keuze van een partner ook vaak op een blinde of slechtziende viel. Tegenwoordig is het gelukkig een stuk minder voorspelbaar. Al lijkt het soms of de samenleving nog in de vorige eeuw zit. “uh,” stottert iemand voorzichtig, als je vertelt dat je een gezin hebt, “is je partner dan ook…” Mijn ouders hadden hier altijd een fantastisch antwoord op dat ik nog weleens gebruik. Ze beantwoordden zo’n vraag met een