Mantelzorg
Vroeg of laat krijgen we er allemaal mee te maken,
mantelzorg.
Een paar jaar geleden zat mijn man tot over zijn
oren in de mantelzorg voor zijn moeder.Ze woonde eerst nog zelfstandig, een paar jaar later op een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Ik ging regelmatig met hem mee, maar de echte zorg verrichtte hij. In haar eigen huis kon ik prima hulp bieden. Ik wist waar alles stond. In het verpleeghuis werd dat lastiger. Mijn schoonmoeder herkende
ons tot het laatst en wist heel goed dat ik niet kon zien. Lastig werd het als andere bewoners zich ermee gingen bemoeien. Vooral omdat ik niet altijd
kon inschatten waarom dat was. Soms werd het hilarisch. ‘Gaat u vissen?’, vroeg een man me een keer toen ik mijn stok uitklapte. Een andere keer hadden
we onze kinderen bij ons. Twee kleine druktemakers die voor goede afleiding zorgden. Een dame vroeg mij: ‘Zijn die van u?’ Toen ik bevestigend antwoordde
zei ze: ‘Nou, daar zijn ze dan mooi klaar mee met zo’n moeder.’
Inmiddels begint mijn vader steeds vergeetachtiger te worden. De vraag dringt zich op: wat kan ik wél en vooral wat kan ik niét voor hem betekenen? Er
zijn, dat kan. Met hem praten: geen probleem. Maar hoe verantwoord is het om met hem op pad te gaan? Wetend dat hij de weg kwijt raakt? Natuurlijk, ik
red ons daar wel uit. Alleen vroeger was hij degene die mij de weg wees. Ik ben er nog
niet uit. Tot nu toe wil hij niet met mij alleen mee. Zal ik me dan maar beperken tot er zijn?
Bij de zorg voor onze kinderen is deze vraag nooit bij mij opgekomen. Ik ben de ouder dus ik ben verantwoordelijk. Blind of niet, dat maakte niet uit.
De rol die je als kind met een beperking in een gezin hebt is vermoedelijk anders. Die speelt wel. Maar: Is je plek echt anders? Geeft die je een andere
rol als mantelzorger? Ik ga het de komende jaren ervaren. Al vind ik natuurlijk zelf dat er geen verschil is tussen mijn mantelzorg en die van een ander.
(Verschenen in Oogmagazine, het ledenblad van de Oogvereniging)
Reacties
Een reactie posten