Nieuw en middelbaar
De trein mindert vaart als we Den Haag Centraal naderen. Ik ruim mijn oortjes op en doe mijn jas aan. Als ik opsta, ziet een bekende me. Aan de arm van deze oud-collega laveer ik even later tussen de mensen door op het perron. Terwijl we bijkletsen, biedt hij aan me aan de overkant van tramrails en fietspad te zetten. Heel handig, want nu kan ik eenvoudig zelf door lopen naar het ministerie waar ik werk.
Het nemen van de draaideur blijft spannend, maar gaat vandaag soepel. Bij de toegangspoortjes kijkt een vriendelijke beveiliger mee of alles goed gaat. Hij weet al dat ik daarna de ‘regenboogtrap” op wil.
Vrolijk loop ik deze trap op en vervolg mijn weg richting lift. Bij de lift is het rustig. Slechts één collega wil ook met de lift mee.
Voorzichtig informeert hij of ik er bezwaar tegen heb als hij voor mij de goede knop indrukt. Ik verzeker hem dat ik daar geen enkel bezwaar tegen heb en vertel hem dat ik naar de tiende ga. Hij weet meteen bij welke directie ik werk. “Werk je daar al lang?” Vraagt hij. Ik vertel dat ik net nieuw ben en hier pas een paar weken rond loop. “Ach ja,” verzucht hij, “Er zijn zoveel nieuwe mensen tegenwoordig.” Hij werkt hier al jaren, vertelt hij. Als we bij zijn verdieping zijn en hij de lift uitstapt, merkt hij op: “Goh ja zoveel nieuwe mensen, ik kan het niet meer bijhouden hoor. Maar een vrouw van middelbare leeftijd die nieuw is, dat zie ik niet zo vaak.”
Als de liftdeuren dicht schuiven, schiet ik in de lach. Zei hij dat nou echt? Een vrouw van middelbare leeftijd? Er is niets aan gelogen, maar zo word ik zelden beschreven. Welke omschrijving zou op hem van toepassing zijn?
Eigenlijk veronderstel ik dat hij ook dacht, een blinde werknemer die zie ik niet dagelijks, maar dat durfde hij vast niet hardop te zeggen.
Als ik een paar dagen later door onze wijk wandel, vliegt er per ongeluk een voetbal vlak voor me langs. “Pas op hoor meneer.” roept een kinderstem die snel achter de bal aan rent. “Meneer?” lach ik, doe maar mevrouw.” Het kind is al weer aan het voetballen en hoort me niet.
Meneer, grinnik ik, in mezelf. Dan word ik toch liever aangesproken als vrouw van middelbare leeftijd!
Reacties
Een reactie posten