Stappen tellen
Voetje voor voetje schuifel ik achter mijn wandelmaatje aan. Het pad is smal, links overhangende takken en rechts een slootje. Behendig zigzagt ze om de modder heen. De zon schijnt en we hebben aardig wat kilometers in de benen. Gelukkig is het grootste deel van onze route over bredere paden en lopen we gezellig naast elkaar. Soms aan de arm of met een kort stokje tussen ons in. Ondertussen krijg ik zo nu en dan een beschrijving van de omgeving. Ik wandel graag, gezellig met een vriend of vriendin of ook wel alleen in een bekende omgeving met stok en navigatie. Soms met als doel om bij te kletsen, de andere keer gaat het echt om de wandeling. Wandelen kun je bijna met iedereen doen, al heb ik zo mijn voorkeuren. Het meest relaxt loopt het toch met mijn wandelmaatje (hierboven). Zij hééft het gewoon, alsof het vanzelf gaat. Wat ook weer niet vanzelfsprekend is. Als ik tegenwoordig met mijn moeder loop, is de souplesse van vroeger verdwenen. Dat zit hem in details. Ik loop ook graag in