Kunst is lijden
“Kunst is lijden,” dat waren de gevleugelde woorden als we het zwaar hadden met het leren van onze tekst of het instuderen van een lied. Ik zat op een reguliere middelbare school waar jaarlijks een grote musical werd opgevoerd. De eerste twee jaar bewonderde ik vanuit de uitverkochte theaterzaal de voorstellingen die leerlingen op de planken brachten. In de derde trok ik de stoute schoenen aan en deed auditie.
Laatst was ik op bezoek bij de docent die deze voorstellingen schreef en regisseerde, en realiseerde me opnieuw welke belangrijke wending dit meedoen in mijn puberteit speelde. Ik was onderdeel van de groep, zong in het koor, danste mee in het ballet en speelde in latere jaren zelfs een rol. Dat ik niet kon zien, maakte niets uit. In het ballet hielden we elkaars handen vast, waardoor het geheel gelijker werd, in mijn rol speelde ik een oude dame, waardoor zitten of aan de arm lopen op het toneel logisch was. Ik was tekst-vast en hielp daardoor anderen, verlegde mijn grenzen, maar zo voelde dat niet.
Ik werd gezien, deed iets waar ik goed in bleek en had bovenal enorm veel plezier.
Voor mij was deze kunst geen lijden. Het was een ontdekkingstocht. Dagelijks profiteer ik nog van de ervaring die ik toen opdeed. Het is dan ook niet voor niets dat ik zoveel jaren later aan de keukentafel zit bij te kletsen met deze docent. Hij zag wat wél kon en vond en vindt dat nog steeds heel normaal.
Reacties
Een reactie posten