Wie ben ik?
“Goedemorgen Ellen.” Klinkt een vrolijke stem als ik bij de koffieautomaat sta. Ik speur mijn geheugen af. Welke collega is dit ook weer? “Ik ben nogal verkouden,” lacht ze en dan hoor ik het ineens.
Ik ben behoorlijk goed in het herkennen van stemmen, maar er zijn wel een paar voorwaarden aan verbonden. Ten eerste koppel ik stem aan plaats. Kom ik een collega dus buiten het werk tegen dan is de kans groot dat ik het niet weet. Ten tweede moet iemand iets specifieks hebben. Klankkleur, accent, manier van woorden uitspreken. Zijn al deze dingen bij jou niet aanwezig, dan blijf ik je vast vragen hoe je ook weer heet. Ten derde maakt het uit hoe vaak ik je spreek. Hoe frequenter, hoe beter herkenbaar.
Als er veel herrie is, kan het maar zo gebeuren dat ik zelfs de stem van mijn kinderen niet direct herken. Wat helpt is vragen stellen, het gesprek geeft meestal informatie waaruit ik kan afleiden wie ik voor me heb. Stemmen blijven veel minder goed in je geheugen dan gezichten dat doen.
Afgelopen maand was ik op een reünie van mijn middelbare school. Veel mensen herkenden elkaar aan de oogopslag. Natuurlijk veranderen stemmen als je volwassen wordt, maar ook sommige docenten kon ik niet direct plaatsen. In de loop van zo’n gesprek kwam de herinnering aan de stem weer tevoorschijn. Sommige mensen vertellen hun naam erbij als ze me aanspreken, op zo’n reünie heel fijn, maar in het dagelijks leven heb ik daar een haatliefdeverhouding mee.
Groet iemand je in het voorbijgaan dan is het handig. Alleen hallo is moeilijk terug te leiden naar een persoon. Hallo Ellen, is vaak wel genoeg. Als je iemand goed kent en geregeld ziet, wordt het ongemakkelijk als iemand steeds zijn naam erbij zegt. Nog irritanter is de aanname dat ik iedereen meteen aan zijn of haar stem herken. “Weet je wie ik ben?” Op zo’n vraag is mijn antwoord standaard nee, al weet ik het wel. Ik ben niet in voor dit soort spelletjes.
Wel kan ik als een blok vallen voor een mooie stem, hoor ik dingen in de stem die een ander opmaakt uit houding en gezichtsuitdrukking en hoor ik in ons koor tijdens het zingen meestal wie er ontbreekt.
“Wie ben je ook weer?” Zal ik dus weleens aan je vragen. “Wie ben ik?” Laat ik onbeantwoord.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen