Hoe heeft het ooit in één week gepast?
Langzaamaan worden de maatregelen wat versoepeld. De eerste
van ons gezin die in actie komt, is onze jongste. Hij zit in groep acht en mag
weer twee dagen per week naar school. De wekker gaat op het tijdstip van de
afgelopen weken. Iedereen komt in beweging. Tot zover niks nieuws. Maar ineens
moet er brood worden gesmeerd, een tas worden ingepakt en op de klok worden
gelet. Onwennig en gespannen vertrekt hij vijf minuten later dan anders naar
school. Beter rechtstreeks naar zijn klas dan nog even op het plein spelen, is
onze inschatting. Huppelend komt hij na de eerste dag school de tuin binnen vol
enthousiaste verhalen.
De volgende avond worden ook de buiten sporttrainingen van
beide jongens opgestart. Natuurlijk zijn die zoals gebruikelijk rond etenstijd.
Het voelt even als een onneembare hobbel. Wie eet wat en vooral wanneer dan? We
zijn verleerd hoe we dat eerder deden. Terwijl de uitdaging nu echt kleiner is.
Beide ouders werken thuis. Geen risico’s van vertraagd OV of files, geen
ingewikkelde schema’s of geschuif in werkagenda’s, alleen maar om de beurt
eten. Hoe moeilijk kan het zijn….
Het gevoel correspondeert met de eerste weken na de
zomervakantie. “Hoe heeft het ooit in één week gepast?” vraag je je vertwijfeld
af. Na de zomer start alles tegelijk op.
In een keer zet je de schakelaar om. Nu gaat het met kleine stapjes en elke dag
heeft zijn eigen dynamiek.
Diep van binnen ben ik jaloers op ze. Gewoon op je fiets
stappen en naar de sportclub fietsen, met anderen je lessen volgen op school,
je vrienden weer in levende lijve treffen, , even niet met je huisgenoten zijn,
wat verlang ik daar naar!
Mijn man fietst er regelmatig op uit voor een boodschap, de
jongens doen hun skeelers aan en vertrekken en ik, ik loop af en toe een klein
rondje door onze buurt. Veel verder kom ik niet. Natuurlijk kom ik wel verder
als we samen wandelen, op de tandem weg gaan of met de auto op pad zijn. In die
zin heb ik het luxe. Drie gezinsleden die wel dichtbij mogen komen en mijn
actie radius vergroten. Nooit te beroerd om me even ergens mee te helpen of te
brengen. Uiteraard zou ik net als “normaal” in de bus of trein kunnen stappen.
Maar ja, ik heb eigenlijk geen gegronde reden om dat te doen. Op anderhalve
meter op de koffie bij een vriendin in een andere wijk? Ik zie het voor me.
Eerst met mondkapje de goede bus in, dan vanaf de bushalte lopend aan een stok
van anderhalve meter naar de plaats van bestemming, een kop koffie, bijkletsen
en dan de omgekeerde weg weer terug. Natuurlijk het kan, toch gaan al die
toeren me te ver voor het doel dat je ermee bereikt.
Ik vervolg voorlopig mijn leven als huismus. Wegdromend in
mijn tuin over wat er allemaal zou kunnen. In gedachten houd ik me vast aan de
voor mij zo belangrijke autonomie, die op termijn terug zal zijn. Voor nu, geniet
ik van de verhalen en ervaringen van mijn gezinsleden. Al hun “normale” belevenissen
zijn ineens benijdenswaardig geworden.
Reacties
Een reactie posten