Het beestje bij de naam noemen

Ik word wat ongemakkelijk van alle terminologie die in omloop is over het hebben van een visuele handicap of moet ik hier beperking zeggen? Steeds vaker hoor ik ook “mensen met een visuele uitdaging.” Ik heb zeker extra uitdagingen door mijn visuele beperking of toch gewoon handicap, maar noem zelf het liefst het beestje bij de naam, ik ben blind. Vermakelijk wordt het als het gaat over werk, dan gaat het ineens over mensen die werken met een arbeidsbijzonderheid. Nou ik ben vast bijzonder op sommige vlakken, maar niet als het gaat om mijn werk! Sterker nog hoe langer ik aan het werk ben, hoe meer ik er last van krijg beperkt te zijn. Ondanks mijn werkervaring en positieve instelling, loop ik steeds vaker vast. De ene keer omdat een systeem waarmee ik moet werken ontoegankelijk blijkt, de andere keer omdat ik het tempo van mijn collega’s die stukken vol wijzigingen bewerken niet kan bijhouden, dan weer omdat een deel van de informatie die ik nodig heb in plaatjes of schema’s staat die ik niet lezen kan. Tijdens zo’n “vastloper” raak ik verstrikt in dezelfde gedachtenkronkel: “Is dit een grens door mijn beperking of is dit een grens van mijn capaciteiten?” Het antwoord op deze vraag is moeilijk te geven, ze hangen immers samen. Vorige week was ik op een bijeenkomst van het netwerk dat er is binnen onze organisatie voor mensen met een arbeidsbijzonderheid. Ik merkte daar twee zaken op. Er waren meer mensen die iets deden in de begeleiding dan mensen uit de doelgroep zelf en het ging vooral over mensen die “eenvoudiger” werk doen. Begrijp me niet verkeerd ik vind het heel waardevol dat geprobeerd wordt zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, werk geeft immers zingevingen voldoening aan je leven. Maar de groep hoger opgeleide medewerkers met een arbeidsbijzonderheid die drempels ervaren is groot. Waarom lopen die hoogopgeleiden op een gegeven moment vast? Die vraag kan ik uiteraard alleen beantwoorden op basis van mijn eigen ervaringen, N = 1 dus. Er is bijna geen taak meer die ik van A tot Z zelfstandig kan uitvoeren, de hulp die ik nodig heb, is onvoorspelbaar (de ene keer 1x per week de andere 10x op een dag), hoe meer deadlines hoe onhaalbaarder voor mij en bepaalde soort taken lijken helemaal niet te doen. Vaak moet ik de hulp van een collega inroepen om de volgende stap te kunnen zetten, de snelheid op te voeren of draag ik een taak helemaal aan mijn collega over. Al dit soort momenten knagen aan mijn zelfvertrouwen, maar meer nog aan mijn overtuiging dat ik volledig meedoe. Snel vlieg ik tegenwoordig over de grens van boos of gefrustreerd. Waar ik vroeger een grapje maakte en weer verder ging, blijft het nu hangen. “Voeg ik wel echt iets toe? Lever ik genoeg resultaat?” Ik weet dat dit het geval is, maar toch dringen die vragen zich steeds vaker op. Soms zie ik het gewoon even niet meer. En dat klopt natuurlijk want ik ben visueel beperkt/gehandicapt of visueel uitgedaagd. Kortom, ik ben blind, zelfs blind voor de dingen die gewoon goed gaan. Of hoe je het ook noemen wil.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

Commissiedebat