Topo gevoel
Als kind al wilde ik weten hoe de dingen ten opzichte van elkaar lagen. Vaak tekenden mijn ouders een route dan uit. Niet met pen en papier, maar gewoon door met mijn vinger de plattegrond te volgen of een aantal voorwerpen ten opzichte van elkaar neer te zetten. Zo maakten we altijd het grapje dat een bepaalde kennis van ons in de koelkast woonde. Dat was de richting van hun huis en bovendien hielden ze wel van de zaken die in de koelkast bewaard werden. Een mooi ezelsbruggetje. Al heel jong kon ik daardoor mensen de weg naar ons huis uitleggen als ik met ze mee reed. Ik wist welke borden er waren en welke bocht na welke kwam. Ik wilde snappen hoe het zat. Zo ging het ook met aardrijkskunde op school.
Na deze week is mijn kennis over de topografie van Europa weer behoorlijk uptodate. Toevalligerwijs hadden onze beide jongens een topotoets over Europa. Dat iets van interesse en vaardigheden overerven, blijkt dan uit de lol en het gemak waarmee ze hiervoor aan de slag gaan. Ik moest zelf wel even mijn geheugen trainen om te onthouden wat alle hoofdsteden van voormalig Joegoslavië zijn. Toch gaat zo’n kaart niet uit je hoofd. Van de meeste landen weet ik zonder kaart voor mijn neus, waar ze aan grenzen en waar ze liggen. Ik kon dus prima helpen bij het overhoren. Dat geldt ook voor de topo van Nederland. Altijd handig onderweg met de trein of auto. Je weet de alternatieven en hebt een idee van tijd en afstand.
Ik verbaas me erover hoeveel mensen blind varen op hun GPS. Dat past meer bij mij toch? Natuurlijk gebruik ik navigatie, maar ik maak altijd een kaartje in mijn hoofd hoe de route loopt. Zo heb ik het geleerd. Rond mijn tiende jaar kreeg ik stoklooples. Ik werd dan voor een reliëf plattegrond gezet. De route die we die les gingen lopen, werd aangewezen op de kaart. Derde rechts, tweede links enz. Wat ik op die route tegenkwam, zou ik vanzelf wel merken. Jaren later toen ik voor mijn afstudeerstage naar Groningen was verhuisd, liet de stoklooples-dame die ik daar kreeg, me van herkenningspunt naar herkenningspunt lopen. Dus bij de derde put oversteken, tot het gras en dan linksaf. De route kwam niet in mijn hoofd. Mijn moeder pakte daarom de kaart erbij en liet mij voelen hoe de route liep en toen snapte ik het weer.
Nu ik werk op het terrein waar ik vroeger op school zat, loop ik geregeld langs de stoklooplesroutes van toen. Eigenlijk zou ik eens moeten vragen of die reliëf plattegrond van destijds nog ergens is. De aardrijkskunde kaarten zijn er nog wel. Deze week heb ik samen met mijn leerkracht van destijds de oude reliëf kaarten bekeken. Wat een feest van herkenning en wat een prachtig lesmateriaal. Helemaal door hemzelf ontwikkeld. Voor elk onderdeel een apparte kaart. Eén met alleen de rivieren en kanalen, eén met alleeen de provinciegrenzen, een kaart met hoogtes, eén met grote steden. Niet te veel informatie op een kaart anders verlies je het overzicht. (zie voor een voorbeeld de bijgevoegde foto).
En ja topo is echt wel mijn ding, fantastisch om deze kaarten weereens onder mijn handen te hebben.
En onze jongens…. Die verdwalen zelden en de eerste 10 voor de topo van Europa is binnen, de ander volgt vast binnenkort.
Reacties
Een reactie posten