Hoge nood

 

“Alweer?” zegt mijn zoon. “Niet te geloven met jou.” Waar het tegenwoordig één van mijn zoons is die dit verzucht, was het vroeger mijn moeder. Ik denk zelfs dat het tussen mijn oren zit. Als ik niet zelf de mogelijkheid heb, komt het op de onhandigste momenten.

In een vergadering waar ik zelf niet uit de voeten kan, in een volle kroeg, tijdens een cursus met onbekenden, bij een verjaardag, in een onbekend kantoorpand waar ik voor mijn werk ben en ga zo maar door.

Natuurlijk helpen mensen als je het vraagt, ze wijzen je de weg en ze wachten op je. Dat laatste zorgt trouwens voor een ander dilemma. Even rustig de tijd nemen, doe ik dan niet.

De ongedwongenheid van een goedziende die tijdens een vergadering op staat en even later weer binnen wandelt of iemand die om zich heen kijkt en snel verdwijnt. Ik zou willen dat ik dat kon.

Zelf  probeer ik zoveel mogelijk te voorkomen dat ik iemand stoor met mijn verzoek. Ik ga altijd voor de zekerheid vooraf nog even, drink zo min mogelijk als ik op een onbekende plek ben en vraag of ik mee mag lopen als ik hoor dat iemand gaat.

Mijn gezinsleden zijn alle drie man, meelopen naar de “dames” is soms een dingetje. Zeker in het buitenland wordt nogal vreemd opgekeken.

Het zou fantastisch zijn als dit soort plekken zelfstandig makkelijker vindbaar worden voor ons. Dat scheelt een hoop hoge nood.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Boem is ho!

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

Op mijn strepen staan