Twee kilometer puber

De “halve van Hoogland” is een begrip hier in de regio. Dit jaar was het de 40ste en laatste keer dat deze halve marathon en alle kleinere afstanden werden gelopen. Onze oudste zoon is een echte hardloper. Hij zit niet op atletiek, maar lekker rennen daar kan ik hem ’s nachts voor wakker maken. Net als eerdere jaren had hij zich ingeschreven voor de 2 kilometer juniorloop.bDe hardloopwedstrijden zijn onderdeel van een feestweekend vol activiteiten. Zondagmorgen lopen we samen de deur uit. Mijn man en jongste zoon zijn dan al lang weg omdat er gehandbald moet worden. Arm in arm zetten we koers naar het feestterrein. Het hele terrein is afgezet met hekken. Het is behoorlijk omlopen om bij de ingang te komen. We hebben er zeker 2 kilometer op zitten als we het feestgedruis naderen. En dan begint het. “Mam, ik ben nu al moe. Moeten we hier heen lopen, omdat jij niet even op de fiets kan.” Ik zeg dat hij best in zijn eentje op de fiets had mogen gaan. “Dat is ongezellig. Sputtert hij. “Ik heb helemaal geen zin om te rennen.” “Kan ik ook niet gaan?” Ik antwoord dat hij mag doen wat hij wil. Maar dat het misschien zonde is van onze wandeltocht om te besluiten niet te gaan. We lopen zwijgend verder. Aan alles voel ik dat hij er de balen van heeft. Waarom precies blijft onduidelijk. We slalommen het feestterrein op. Behendig stuurt hij mij tussen fietsers, mensen en hekken door. “Goedemorgen,” zegt Een vriendelijke stem. Ik antwoord met een goedemorgen terug. Mijn zoon zucht hoorbaar. “Mam! Dat was helemaal niet tegen ons.” We lopen verder de drukte in. Het gemopper houdt aan. “Iedereen zit naar ons te kijken, ik schaam me dood.” . Ik begrijp natuurlijk heel goed dat je je als puberzoon met je moeder aan de arm schaamt. En zo’n stok leidt altijd tot starende blikken. Er is alleen even geen keus. Ik gooi het over een andere boeg. “Ik denk dat al die mensen hartstikke jaloers op ons zijn. Die willen ook wel met hun zoon aan de arm lopen.” “Het zijn helemaal geen volwassene die kijken. Meer van die hangjongeren.” “Weet je wat ik denk.” Houd ik de moed erin, “Die willen eigenlijk ook graag met hun moeder aan de arm lopen. Alleen hebben zij daar geen reden voor. Jij hebt een goed excuus.” We arriveren in de buurt van de start. Gelukkig duiken al gauw bekenden op. Meteen word ik losgelaten. Als de wedstrijd begint, zijn ook zijn broer en vader er. We stellen ons op bij het begin van het parcours. Onze oudste heeft vriendjes gevonden waarmee hij aan de start staat te trappelen. De puber dwarsheid is verdwenen. Het startschot klinkt. Zo’n 50 11-15 jarigen dendert voorbij. Na een paar minuten komen de eersten alweer in beeld om te finishen. En wat denk je? Die van ons loopt net achter de voorhoede van atleten. Hij eindigtt als 8ste in een super mooie tijd. Als ik hem complimenteer met zijn prestatie antwoord hij: “Ach ja ik was al warm gelopen met jou, gelukkig dat je er was.” (Deze blog verscheen ook op Unieksporten.nl)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien

Commissiedebat