Vergeet het maar!

Het houdt me doorgaans totaal niet bezig. Toch duikt soms dat gevoel ineens op. De vraag die dan bovendrijft is: “Vergeten ze het niet?” Ik ben heel zelfstandig, ben niet snel in de war en voel me zeker van mijn zaak. Waarom dan deze vraag zal je denken? Het antwoord is triviaal, ze hebben er helemaal niet aan gedacht. Ik doe gewoon mee. Zo gewoon dat mensen vergeten dat ik niet kan zien. Nee, niet alleen mensen die nooit iets samen met mij doen, zelfs of laat ik zeggen juist mijn familie en goede vrienden vergeten het soms. Dat beschouw ik als compliment. Zij ontdekken overigens vrij vlug dat er iets niet klopt. Het ontstaat gewoon omdat de een denkt dat de ander mij mee neemt bijvoorbeeld. Ik herinner me een boswandeling uit mijn jeugd met mijn zussen en ouders, we stonden naar iets te kijken en ineens was het heel stil. Ze waren maar net een paar stappen bij me vandaan gelopen, er was niets aan de hand. Dat ene moment, de schrik dat ze me vergeten waren, herinner ik me nog goed. Of die keer tijdens een schoolvoorstelling, waarbij iemand vergat mij mee te nemen van het podium af. Ik wist waar ik heen moest dus liep gewoon weg, maar mijn hart zat in mijn keel. “Straks gaat het doek open en dan sta ik hier nog,” Schoot het door me heen. Hilarisch wordt het als iemand druk gebarend met mij praat en zich ineens realiseert dat ik daar niets van zie. Heel leuk is de collega die bij het langslopen zonder iets te zeggen naar mij zwaait en verrast is dat ik niet terugzwaai. Het meest voorkomend is de wijzende voorbijganger die zegt “En dan moet je daar links. als ik de weg vraag. Ik vind het geweldig! Beschouw het als een groot compliment. Laatst mijn man nog. “Kan je me dat blauwe bakje even aangeven?” Ik had geen idee welke van de bakjes blauw zou zijn dus gokte ik er één. “Nee die niet, die is wit/” klonk het ontstemd. Gevolgd door de slappe lach van ons beiden, toen doordrong hoe suf dit was. Toch doe ik het zelf ook. Ik vraag mijn kinderen om dat rode bordje in de vaatwasser te zetten, wijs waar ik vandaan kwam lopen en probeer mijn woorden soms met gebaren te onderstrepen. Dat laatste mislukt meestal jammerlijk, omdat ik het gebaar dan net niet goed maak, waarop we weer de grootste lol hebben thuis. Deze risico’s met gebaren neem ik uiteraard niet in mijn werk of als mensen me niet zo goed kennen. Ik heb wel een voordeel, mijn gezicht spreekt boekdelen. Daarnaast vind ik het belangrijk te weten wat mensen non-verbaal doen. Heel veel van de non-verbale communicatie merk ik namelijk wel op. Het mooiste voorbeeld hiervan speelde jaren geleden tijdens een door mij geleide vergadering. We waren verwikkeld in een heftige discussie met voor- en tegenstanders over het wel of niet gezamenlijk bouwen van een website. Een van de tegenstanders had al een tijd niets meer gezegd dus vroeg ik hem naar zijn mening. Ik begon mijn zin met: “Je bent zo stil, wat vindt jij hiervan?’ De betreffende vergadergenoot schrok zich een ongeluk. Hij zat namelijk ongeïnteresseerd naar buiten te kijken en dacht vermoedelijk “Dat ziet die blinde voorzitter toch niet.” Het effect was des te groter. In alle volgende overleggen deed hij heel actief mee. Ik ben Ellen en kan niet zien, het is mooi als jij dat niet meer ziet. Weet je wat: Vergeet het maar!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het beestje bij de naam noemen

Commissiedebat

Een mix van nagelnieuw en eerder gezien